De klanken van de sjofar versterken G’ds roep naar ons

De feesten van Israël
In de maanden september en oktober van dit jaar 2019 worden de bijbelse najaarsfeesten gevierd. Elk jaar komen ze terug. En het lijkt net of we ze vorige week pas gevierd hebben. Want de tijd gaat snel en we hebben de opdracht het beste van de door de Eeuwige aan ons gegeven tijd te maken. Tegelijkertijd staat de tijd stil, want aloude slechte gedragingen als antisemitisme en jezelf uitmuntender achten dan de ander, zijn gewoon nog steeds levend. De feesten van Israël zijn bijbelse feesten en hebben tot doel op zijn minst ons eigen gedrag en houding te evalueren en bij te stellen. Alle gebeden en gezangen tijdens deze feesten zijn gericht op de verbetering van onszelf, op verbroedering van onze gemeente, op respect voor alle mensen van goede wil en op de Eeuwige die ons eeuwig liefheeft en in gelooft.

Tijd van de herfstfeesten
In de maand Tisjri vinden de drie herfstfeesten plaats, Rosj Hasjana (Feest van de Bazuinen), Jom HaKippoeriem (Grote Verzoendag en Soekot (Loofhuttenfeest). Tussen het eerste en het tweede feest liggen tien dagen (zie Leviticus 23:24-27). Deze dagen zijn bedoeld om ons verder te bezinnen. Deze dagen worden daarom ook wel genoemd: de Ontzagwekkende Dagen (Hajamiem Hanora’iem, ook wel: Asèrret Jemee Tesjoevá, de Tien Dagen van Terugkeer tot de Eeuwige). De Eeuwige kijkt naar hoe we ons gedragen. En alhoewel onze slechte daden ons niet naar de hel kunnen brengen, zoals onze goede daden ons niet naar de hemel kunnen helpen, tellen onze daden wel degelijk.

Bevordering tot hemelburgers
Ik zou zelfs willen stellen, dat op grond van alles wat er in de Bijbel over goede werken staat geschreven, de Almachtige aan onze daden kan zien of ons geloof echt of dood is. Dat maakt onze daden heel wat belangrijker dan we zouden denken. De Tenach maakt het heel duidelijk: de genade van de Eeuwige is er voor iedereen. Maar de relatie tussen mens en G’d behoort een tweerichtingverkeer te zijn. Genade betekent niet: het doet er niet toe hoe je je gedraagt. Genade betekent: hoe goed je je ook gedraagt, eeuwig leven is iets wat geen mens voor zichzelf kan verwerven. Vanuit een liefdesrelatie tussen mens en G’d worden we, door Zijn genade, bevorderd tot hemelburgers.

Rosj HaSjana
Wanneer we inzien dat we bepaalde dingen verkeerd hebben gedaan, kan de Roeach Hakodesj, de Heilige Geest, ons ertoe brengen spijt, berouw te krijgen. In het Hebreeuws heet dat tesjoewa, letterlijk: terugkeer. Dit nieuwjaarsfeest heet ook: Jom Teroea, Dag van het Blazen op de Ramshoorn, zie Leviticus 23:24. Dit indrukwekkende geluid wordt gemaakt op een van de oudste blaasinstrument ter wereld voor hen, zo zegt onze traditie, die in slaap zijn gevallen en zich niet meer bewust zijn van hun verkeerde gedragingen. Op deze dag denken en bidden alle Joden niet aan en voor zichzelf, maar voor de hele wereld. We bidden voor vrede. We bidden dat G’d de tijd snel naderbij zal brengen, waarop de machtigen der aarde ook rechtvaardig zullen zijn, en de rechtvaardigen macht zullen hebben. Dat de kinderen der mensen één band van broederliefde zullen vormen, dat nationale hooghartigheid en onderdrukking zullen verdwijnen zoals zo veel rook van de aarde.

Andere benamingen
Nog een andere naam voor Rosj Hasjana is: Jom Hakese, Dag der Verborgenheid. De dag wordt hierbij genoemd naar de tekst in Psalm 81:1-3, “Voor de opperzangmeester, op de Gittit, van Asaf. Zing vrolijk voor Hasjem, onze Sterkte; juich voor de G’d van Ja’akov. Hef een psalm op, en sla op de trommel; de liefelijke harp met de luit. Blaas de bazuin op de nieuwe maan, op de bestemde tijd, op onze feestdag.” Het is inderdaad zo, dat alle andere feesten vallen op volle of bijna volle maan. Alleen Rosj Hasjana valt op nieuwe maan. De maan is dan voor ons oog verborgen. De uitdrukking: “op de bestemde tijd” is letterlijk in het Hebreeuws: bakese, op de verborgen tijd; kasá betekent: verbergen. Want op Rosj Hasjana verootmoedigt Israël zich en verbergt het zijn grootheid door zijn ontzag voor de Dag des Oordeels.

Bedekking
Eveneens plaatst de Almachtige een bedekking over Zijn volk, om haar zonden te verbergen, om haar te beschermen en haar vergeving te schenken, uit genade. Die grootheid, alhoewel verborgen, bestaat uit onze roeping een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn (Exodus 19:6). De Sjabbat tussen Rosj HaSjana (Israëlisch Nieuwjaar) en Jom Kippoer (Grote Verzoendag) wordt Sjabbat Sjoewa genoemd. Dit is vanwege het feit, dat de Haftaralezing begint met de woorden: “Sjoewa Jisrael!”, Keer terug Israël (lees Hosea 14). Iedereen behoort terug te keren, iedereen is afgedwaald. Er is niemand rechtvaardig, zodat hij of zij van deze terugkeer uitgezonderd zou kunnen zijn, zo is de visie binnen het Jodendom. Maar er is ook niemand die zo slecht is dat hij of zij niet meer terug zou kunnen keren.

Verzoenen is zo belangrijk
Grote Verzoendag is zo’n feest en laat ons zo met G’ds verzoening in contact komen, dat we overtuigd raken hoe belangrijk verzoening is. Dat wat Adonai bewerkt in Zijn liefde voor ons, behoren wij op onze beurt weer met elkaar uit te werken. Sjaoel zegt hierover: “G’d, die ons door Yeshua met Zichzelf heeft verzoend en ons de bediening van verzoening heeft gegeven” (2 Korinte 5:18). Op de vooravond van Jom Kippoer vindt de dienst plaats genaamd Kol Nidree, waarin we bidden dat al onze eden, verbrekingen van eden, beloften, verplichtingen, vloeken en geloften, die wij zonder nadenken hebben geuit, verbroken en vergeven worden. Jom HaKippoerim of Kippoer, Grote Verzoendag, zie Leviticus 23:27, behoort met Rosj HaSjana tot de tien Jamim HaNoraïem (Ontzagwekkende Dagen).

Jom Kippoer
Jom Kippoer (grote Verzoendag) is de meest heilige dag van het joodse jaar. Het was de enige dag, waarop de Hogepriester in het Heilige der Heiligen mocht komen en de uit vier letters (JHWH) bestaande naam van G’d aanroepen. Voor Israël betekent het dat het tot geloof zal komen (Zacharia 12:10). Op Erev Jom haKippoerim (de avond van -) wordt Kol Nidree gezongen. Dat is de tekst waarin elke persoonlijke gelofte jegens de Eeuwige wordt ontbonden. Het idee daarbij is onder meer, dat niemand ooit geheel aan zijn of haar verplichtingen jegens de Allerhoogste kan voldoen. Iedereen doet wel eens een onbezonnen uitspraak of belofte. Elke onbezonnen uitspraak en elk ijdel gebruik van taal, wordt geannuleerd. Ik kan er aan toevoegen: elke gebondenheid die tussen ons en G’d instaat, wordt, als een gevangenis, van slot gedaan en we mogen ons vrij bewegen.

Stro etende leeuw
Het is gewoonte om, tijdens de dienst onze zonden te belijden, zoals Aharon uitsprak (Leviticus 16:21) en zoals mensen individueel beleden (Numeri 5:7) en zoals David jegens de Eeuwige zichzelf opende (Psalm 32:5). Voor Israël betekent Jom HaKippoerim, zoals boven al beschreven, dat het als geheel tot geloof zal komen (Zacharia 12:10; zie ook Romeinen 11:26). Voor de gelovigen is op dat moment de volheid der heidenen ingegaan (Romeinen 11:25) en het Laatste Oordeel door Yeshua (Johannes 12:47) gaat plaatsvinden. Ook is er dan de vervulling van G’ds verzoening met alle dingen (Kolossenzen 1:20; Openbaringen 21:4), zodat zelfs “de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken” (Jesaja 11:7-8).

Soekot (Loofhuttenfeest)
Een loofhut heeft een binnenkant en een buitenkant. Van binnen maken we de hut gezellig en uitnodigend. Vanaf de buitenkant moet de binnenkant te zien zijn, met de mogelijkheid om van binnen uit zo ver als de sterren te kunnen kijken. Wat dat betreft is zo’n hut net een gemeente. Het Loofhuttenfeest begint op 15 Tisjri en gaat door tot het Slotfeest, Sjeminie Atseret, gevolgd op de volgende dag door Simchat Tora, Vreugde over de Tora. Het is een mitswa, een bijbelse opdracht, om je in deze tijd in je loofhut op te houden. Het is een herinnering aan het wonen in dit soort bouwsels tijdens de tocht naar het Beloofde Land. In elk bijbels feest is wel een verwijzing te vinden naar die uittocht. Dat is ook van groot belang. Op talloze plaatsen in Tenach, de Hebreeuwse Bijbel, herinnert G’d ons aan die barre tocht. Maar ook aan het belang van wegtrekken uit Egypte en de noodzaak van het innemen van het nieuwe gebied, ook in je ziel, zie “… dat jullie, wat je vroegere levenswijze betreft, de oude mens aflegt, die verderft door zijn misleidende begeerten, dat je verjongd wordt door de geest van je denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar [de wil van] G’d geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid” (Efeze 4:22-24).

Drie doelen
De Eeuwige wil met ons verblijf in de soeka drie dingen bereiken, namelijk dat we ons goed realiseren: 1. waar we vandaan komen; 2. hoe gebrekkig we zijn en hoe afhankelijk van Hem; en 3. hoe anderen in een soortgelijk proces als wij zitten, ook op weg, zodat we elkaar kunnen begrijpen. We lopen door deze drie punten heen en herinneren er aan, dat de soeka, de loofhut een wankel bouwsel hoort te zijn, dat zonder spijkers in elkaar wordt gezet. Door het “dak” moet je de sterren kunnen zien. Kortom, in Nederland is zo’n huisje niet bepaald een warm onderkomen. Wel geeft het, als uiterlijk symbool, goed aan hoe wij innerlijk ten opzichte van God en elkaar horen te zijn. En dat is met een houding van nederigheid en het besef hoe breekbaar we zijn en hoe afhankelijk we zijn van de Eeuwige.

Wuivend zegenen
Een loelav maakt deel uit van de feestvreugde. Een loelav is een bundel van takken, bestaande uit één palmtak (letterlijk: loelav), twee wilgentakken (aravot) en drie mirtetakken (hadassot), plus een etrog, een citroenvormige citrusvrucht, zoals beschreven in Wajikra/Leviticus 23:40. De takken worden tezamen gebonden (op Erev Soekot) en vastgehouden in de rechterhand, terwijl de vrucht apart daarvan wordt vastgehouden in de linkerhand. Tijdens de beracha voor het loelav zwaaien brengt men de beide handen tezamen, waarbij de etrog vlakbij je hart zit. De plaats waar het steeltje heeft gezeten houdt men omhoog, tot na de beracha. Wanneer men begint te wuiven, draait men de etrog ondersteboven. Het zwaaien is een wuifgebed naar de Almachtige. En een zegenend gebaar naar de vier hoeken van de wereld. Dit laatste maakt dat de loelav van takken en een vrucht uit Israël dient te zijn samengesteld.

Wat draag je bij aan het heel maken van een gebroken wereld
Je maakt deel uit van die wereld en bent zelf ook gebroken. Het kan helpen onze gebrokenheid tijdens deze feesten, op de rustige momenten in een dienst, of tijdens een lied, aan de Eeuwige op te dragen en te vragen ons te vergeven voor onze onbeholpenheid; en anderen te troosten wanneer ze daarvan het slachtoffer zijn geworden. Wat doen we aan het bedenken van oplossingen, in plaats van het groter maken van een probleem? Het vereist een omschakeling om in oplossingen te gaan denken. Dat die omschakeling spoedig mag plaatsvinden. Dat de klanken van de sjofar G’ds roep zullen versterken en dat die onze oren zal bereiken!