Sjawoeot, tijd van lofprijzing en dank aan de Eeuwige

Zeven weken na het feest Pesach is het oogstfeest Sjawoe’ot. Bij Pesach begint de oogst van gerst en de oogst gaat door tot en met Sjawoe’ot. Dit is de tijd dat het land Israël weer groente en fruit opbrengt. Een heel drukke tijd dus voor de werkers op het land. Omdat het bijna vanzelfsprekend lijkt dat we groente en fruit krijgen, moeten we extra dankbaar zijn naar G’d toe.

Dat is omdat Hij zorgt dat het land genoeg regen krijgt; en voor alle andere dingen die er nodig zijn om het land vruchtbaar te maken. Van de tweede avond van Pesach tot en met het feest Sjawoe’ot tellen we de omer. Door sommigen wordt geteld vanaf de Opstandingsdag van Yeshua, maar in het algemeen telt men vanaf de eerste dag na het Pesachoffer.

Het tellen van de omer  is een gebod in de Tora. We moeten het dus doen, maar waarom? Een van de redenen voor het tellen van de omer is dat we ons op Sjawoe’ot herinneren dat de Eeuwige ons de Tora heeft gegeven. Het omertellen is dus net als het aftellen voor je verjaardag. Met het aftellen tot Sjawoe’ot laten we zien hoe enthousiast en blij we zijn dat G’d ons de Tora heeft gegeven. In de tijd van de Tempel werden de eerste vruchten van die oogst niet gegeten.

In plaats daarvan bond de boer een lintje om de eerste vruchten heen, om te laten zien dat dit bijvoorbeeld de eerste gerst van het jaar was. Alle boeren namen alle eerste vruchten mee naar Jeroesjalajiem (Jeruzalem). Degenen die dichterbij woonden, namen de eerste, verse vruchten mee. De boeren die verder weg woonden, brachten bijvoorbeeld gedroogde vruchten als vijgen en rozijnen. Al deze vruchten werden in Jeruzalem gegeten. In de zeven weken tussen Pesach en Sjawoe’ot werd er, vroeger, tijdens de Tempeldienst, een graanoffer gebracht.

De Bijbelse feesten Pesach, Sjawoe’ot en Soekot noem je de Opgangsfeesten. Voor deze drie feesten moesten de Israëlieten naar Jeruzalem gaan om de feesten mee te vieren met de kohaniem (de priesters in de Tempel). De naam opgangsfeesten bestaat omdat Jeruzalem in de bergen ligt. Als je vandaag met de auto van Tel Aviv naar Jeruzalem rijdt, rijd je dus omhoog, op naar de bergen van Jeruzalem. Mensen maakten vroeger lange reizen te voet om deze feesten in Jeruzalem mee te kunnen maken. Het Hebreeuwse woord voor deze opgangsfeesten is: Regaliem (règgel betekent ‘voet’ in het Hebreeuws).

In het Jodendom zijn er vele gebeden om de Eeuwige te danken en te prijzen. Zo is er ook een ochtendgebed. In dit gebed staat een zin waarin we de Eeuwige vragen om regen voor het land. Tot en met Pesach bidden we de Eeuwige dus om regen en na Pesach bidden we de Eeuwige om dauw. Omdat Israël zo bewust vraagt of de Eeuwige het land Israël regen geeft, is het dus elk jaar opnieuw bijzonder als Hij het land water geeft.

Israël is ook nog eens een heel stuk droger dan Nederland, maar Israël verkoopt wel weer haar vruchten aan Nederland. De Eeuwige zegent je als je Hem vraagt. Hij antwoordt je als je met Hem praat, tot Hem bidt. Dank Hem voor alles wat Hij je geeft, voor je leven, voor Yeshua, voor familie en vrienden!

Noa Naor
Jeruzalem