Pesach, een oproep tot kwetsbaarheid

Bibian Mentel, winnares twee maal goud, Olympische Spelen, snowboarden. Een sterke vrouw, negen keer geopereerd voor kanker. Ze moest haar been missen, en onderging tweeënzeventig bestralingen. Een moeder die tegen haar zei; als ze een donker gezicht op zette, “ik zie liever jouw zonnige gezicht”, niet een dwang van gemaakte vrolijkheid. Zo van, “met mij gaat alles goed”. Meer een wapen tegen de spoken in haar verdriet.
Haar echtgenoot, Edwin, tevens haar trainer, zei echter; “het heeft me tien jaar gekost, om dieper tot haar door te dringen, wat voelt ze nu werkelijk”. Bij hem, durft ze nu haar kwetsbaarheid te tonen. Jozua 1:9, “Heb ik je niet bevolen? Wees sterk en heb goede moed, en verschrik niet en ontzet je niet; want de Eeuwige is met je, overal waar jij heen zal gaan”. Met dit soort orders maak je “kampioenen”, helden en overwinnaars. Het is een noodzaak om deze instelling te hebben, om je doel te bereiken.
Haar echtgenoot echter, is niet alleen haar trainer, maar ook haar geliefde. Hij verlangt meer dan de houding van onaantastbaarheid, hij wil haar hart. Ze liet hem uiteindelijk toe, zo worden twee mensen een. Wat heeft deze gedachtegang nu met Pesach te maken. Yeshua ging ons voor in uiterste kwetsbaarheid. Hij overwon en kreeg meer dan goud. De omgang met elkaar in de Gemeente is te vaak er een van; “ik ben sterk en zal niet schrikken”, een beetje onaantastbaar dus. Handig als de vijand aan de deur staat.
Een kind krijgt van de ouders zoveel kansen om kwetsbaar te mogen zijn. Als het leert lopen, mag het keer op keer vallen en op staan. Een goede ouder zegt niet: “Dat wordt niks met dat lopen van jou, hou jij er maar mee op”. Is dit niet te vaak de houding van “sterke” gelovigen. Tegen het “kind” wordt min of meer gezegd; “jij kan dat niet, je moet meer geloven”. Met als toetje, een vermanende tekst.
Yeshua zegt: “Hij die gezond is heeft de medicijn meester niet nodig, maar zij, die inzien, dat ze ziek zijn”. Pesach is een tijd van onderzoek van je ziel. Je moet kwetsbaar durven zijn, zeker voor de Eeuwige.
Asaf schreeuwt het uit in Psalm 77, “Luid roep ik G’d, ik schreeuw het uit. Luid roep ik G’d, dat Hij mij hoort. Op de dag van mijn nood zoek ik de Eeuwige, mijn handen hef ik naar Hem op, rusteloos, mijn ziel laat zich niet troosten. Ik denk aan G’d en moet zuchten.” In dit zelfde Psalm ziet hij het water wijken van de Rietzee geopend worden.
Door de vijand was hij in die benauwde situatie gekomen, net als Israël, en wij met hen. De vijand jaagt je op en roept; “je moet durven, je moet het kunnen, ha! wij kunnen het wel hoor, wij zijn sterk”. Zij gingen allen koppie onder in de zee, die open ging voor de kwetsbare, maar zich sloot over de “sterken”.
Een eerlijk kwetsbaar Pesach!
Chag Pesach sameach