Rosj HaSjana: wennen aan G’ds Aanwezigheid

Bevrijding
Rosj HaSjana begint dit jaar op vrijdagavond 18 september na zonsondergang. De maand Tisjri is de zevende maand van het Joodse kalenderjaar. Ooit was het de eerste maand en daarom heet het eerste van de drie herfstfeesten dan ook: Israëlisch Nieuwjaar, Rosj Hasjana. Maar sedert de uittocht uit Mitsrajiem (Egypte) is de maand Niesan de eerste maand van het jaar geworden. In Leviticus 23 staat in vers 5, dat Pesach in de eerste maand wordt gevierd. Dat is omdat de bevrijding van onze verslaving, onze slavernij, zo belangrijk is. Twee van de vier teksten die in de Tefilien (gebedsriemen) zitten en die Joodse mannen elke dag aanleggen om zich aan Adonai te wijden, gaan over deze bevrijding. In Exodus 13, de verzen 1-10 en 11-16 lezen we daarover.
Traditie
De traditie leert ons dat op 1 Tisjri van het jaar 1, nu dus 5779 jaar geleden, G’d de wereld schiep. Vanaf die tijd is er heel veel gebeurd, waar wij veel van kunnen leren. Op Rosj Hasjana herinneren we ons wat er in het afgelopen jaar is gebeurd, maar het is zeker ook goed om het hele beeld, vanaf de schepping in de gaten te houden. Zo kun je zien welke profetieën al zijn vervuld en welke nog vervuld moeten worden. Je kunt dan ook zien hoe de Almachtige steeds door Zijn wonderbaar ingrijpen ons, Zijn volk, heeft gered en tussen alle klippen heeft laten ontkomen. Dit herinneren op Rosj Hasjana is dus heel belangrijk. Daarom wordt dit feest ook wel Jom Hazikaron, Dag van de herinnering, genoemd.
Rosj HaSjana om te wennen aan G’ds Aanwezigheid
De Eeuwige kijkt naar hoe we ons gedragen. En alhoewel onze slechte daden ons niet naar ‘de hel’ kunnen brengen, zoals onze goede daden ons niet naar de hemel kunnen helpen, tellen onze daden wel degelijk. Ik zou zelfs willen stellen, dat op grond van alles wat er in de Bijbel over goede werken staat geschreven, de Almachtige aan onze daden kan zien of ons geloof echt of dood is. Dat maakt onze daden heel wat belangrijker dan we zouden denken. Het is zo gevaarlijk dat er in bepaalde kerkgenootschappen wordt gedacht dat onze daden er helemaal niet toe doen. Genade is wat we van G’d mogen claimen, zo lijkt het. Aan de andere kant van het kerkelijk spectrum zijn er kerken waar je niet goed genoeg kunt doen, of waar zelfs alleen je daden tellen. De Tenach maakt het heel duidelijk: de genade van de Eeuwige is er voor iedereen. Maar de relatie tussen mens en G’d behoort een tweerichtingverkeer te zijn. Genade betekent niet: het doet er niet toe hoe je je gedraagt. Genade betekent: hoe goed je je ook gedraagt, eeuwig leven is iets wat geen mens voor zichzelf kan verwerven. Vanuit een liefdesrelatie tussen mens en G’d worden we, door Zijn genade, bevorderd tot hemelburgers.
Rechtspraak
Er is een oordeel voor iedereen, naar de daden die je hebt verricht. Zoals we onszelf vaak beoordelen en oordelen! En als u denkt dat dit een Joods juk is, leest u dan bij voorbeeld 1 Korinte, hoofdstuk 3, de verzen 11 tot en met 18, “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Yeshua Hamasjiach, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Als het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Maar hij zelf zal gered worden, echter als door vuur heen. Weten jullie niet, dat jullie de Tempel van de Eeuwige zijn en dat de Geest van de Eeuwige in jullie woont? Als iemand de Tempel van de Eeuwige schendt, dan zal de Eeuwige hem schenden. Want de Tempel van de Eeuwige – en dat zijn jullie- is heilig! Laat niemand zichzelf misleiden! Als iemand onder jullie meent wijs te zijn in deze tijd, dan zou hij dwaas moeten worden om echt wijs te worden.” Dit komende oordeel betekent dat de Eeuwige zich zal herinneren wat wij hebben gedaan. Rosj Hasjana is onze jaarlijks terugkerende gelegenheid om ons in herinnering te brengen wat we hebben gedaan. En zo kunnen we koerscorrecties toepassen. Vandaar dat Rosj Hasjana ook wel wordt genoemd: Jom Hadin, Dag van de rechtspraak.
Inkeer
Wanneer we inzien dat we bepaalde dingen verkeerd hebben gedaan, kan de Roeach Hakodesj, de Heilige Geest, ons ertoe brengen spijt, berouw te krijgen. In het Hebreeuws heet dat tesjoewa, letterlijk: terugkeer. Dit nieuwjaarsfeest heet ook: Jom Teroe’a, Dag van het Blazen op de Ramshoorn, zie Leviticus 23:24. Dit indrukwekkende geluid wordt gemaakt op het oudste blaasinstrument ter wereld voor hen, zo zegt onze traditie, die in slaap zijn gevallen en zich niet meer bewust zijn van hun verkeerde gedragingen. Op deze dag denken en bidden alle Joden niet aan en voor zichzelf, maar voor de hele wereld. We bidden voor vrede. We bidden dat G’d de tijd snel naderbij zal brengen, waarop de machtigen der aarde ook rechtvaardig zullen zijn, en de rechtvaardigen macht zullen hebben. Dat de kinderen der mensen één band van broederliefde zullen vormen, dat nationale hooghartigheid en onderdrukking zullen verdwijnen zoals zo veel rook van de aarde.
Andere benamingen
Nog een andere naam voor Rosj Hasjana is: Jom Hakese, Dag der Verborgenheid. De dag wordt hierbij genoemd naar de tekst in Psalm 81:1-3, “Voor de opperzangmeester, op de Gittit, van Asaf. Zing vrolijk voor Hasjem, onze Sterkte; juich voor de G’d van Ja’akov. Hef een psalm op, en sla op de trommel; de liefelijke harp met de luit. Blaas de bazuin op de nieuwe maan, op de bestemde tijd, op onze feestdag.” Het is inderdaad zo, dat alle andere feesten vallen op volle of bijna volle maan. Alleen Rosj Hasjana valt op nieuwe maan. De maan is dan voor ons oog verborgen. De uitdrukking: “op de bestemde tijd” is letterlijk in het Hebreeuws: bakese, op de verborgen tijd; kasá betekent: verbergen. Want op Rosj Hasjana verootmoedigt Israël zich en verbergt het zijn grootheid door zijn ontzag voor de Dag des Oordeels. Eveneens plaatst de Almachtige een bedekking over Zijn volk, om haar zonden te verbergen, om haar te beschermen en haar vergeving te schenken, uit genade. Die grootheid, alhoewel verborgen, bestaat uit onze roeping een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn (Exodus 19:6). Op deze Dag der Bazuinen evalueren we wat er van onze roeping, ons erfdeel, is terecht gekomen.
Thuis
Op de vooravond worden thuis twee kaarsen aangestoken en wordt er Kiddoesj gemaakt: de feestdag wordt ingewijd met een beker wijn. We breken brood – een speciaal challebrood dat gemaakt is van een rol deeg die spiraalsgewijs is opgewonden. Dit symboliseert de nieuwe kansen die we bij elk begin weer krijgen. Dan doopt men een stukje brood in honing en doopt men een stukje appel in de honing en men wenst elkaar: “Dat het een goed en zoet nieuw jaar mag zijn.” De berachá (klemtoon op de laatste lettergreep) over de appel, die voor het eten daarvan wordt uitgesproken, is als volgt: “Baroech ata Adonai Elohenoe melech ha’olam, boree p’rie ha’eets.” (Gezegend bent U, Eeuwige onze G’d, koning voor eeuwig, schepper van de boomvrucht).
Na het eten van appel en honing komt dan de wens:
“Jehíe ratsón milfanècha Adonai Elohénoe w’Elohee awoténoe sjetchadésj alénoe sjaná tová oemtoeká.” (Dat het Uw wil zal zijn, Eeuwige onze G’d en G’d van onze voorouders, dat U het nieuwe jaar gelukkig en zoet voor ons maakt). Voor en na dienst wenst men elkaar, “Dat je zult worden ingeschreven voor een goed jaar en onmiddellijk bezegeld voor een goed leven”, in het Hebreeuws, “L’sjaná tová tikatév w’techatèm l’altér l’chajíem tovíem.”
Buiten
Sommigen van ons gaan ‘s middags naar een rivier en werpen hun zonden symbolisch weg in het water. Deze handeling heet Tasjliech (het werkwoord hisjliech betekent werpen), naar de woorden van Micha 7:18-20, “Wie is G’d als U, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedheid! Hij zal Zich opnieuw over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, U zult al onze zonden werpen in de diepten van de zee. U zult trouw bewijzen aan Ja’akov, goedheid aan Awraham, zoals U van ouds af aan onze vaderen hebt gezworen.”
In de synagoge
In de synagoge wordt tijdens de dienst minstens honderd keer de Sjofar geblazen: de Messias zal komen, zoals de Eeuwige op de berg Sinaï is gekomen met Sjofarklanken. Het aantal heeft onder meer te maken met de honderd en één letters die in de Hebreeuwse tekst staan geschreven in Sjoftiem (Richteren) hoofdstuk 4, waar de moeder van Sisera haar klaagzang aanheft over haar zoon die niet terugkeert. U vindt dit in het lied van Deworá (Debora). Die overwinning die zo nodig was, omdat er een dodelijke aanval op Israël gedaan was – niet de laatste – heeft de Eeuwige aan Israël gegeven. En dat zal Hij blijven doen, omdat Hij rechtstreeks naar Zijn doel toewerkt: de blijvende bevrijding van Israël.
Toekomstverwachting
Wij wachten als Joods volk sinds eeuwen op de komst van de Messias. Messiasbelijdende Joden beseffen dat de Messias al is geweest, zoals ook valt op te maken uit de Talmoed. Maar alle Joden, Messiasbelijdenden inclusief, wachten op de tonen van de Sjofar, de ramshoorn, die Zijn komst aankondigt. Sjaoel, die later zichzelf Paulus (= klein) noemt, zegt hierover, “Want de Eeuwige zal zelf uit de hemel neerdalen met een uitroep, met de kreet van de aartsengel en met de Sjofar van de Eeuwige. En zij die in geloof in de Messias zijn overleden zullen het eerst opstaan. Dan zullen wij … samen met hen worden opgenomen … om de Messias te ontmoeten” (1 Tessalonicenzen 4:16,17; 1 Korinte 15:52). Het is dat moment waarop de lijdende Messias uit Jesaja 53 (Masjiach ben Josef) als koningsmessias (Masjiach Ben David) zal komen (zie Zacharia 14).
Drie herfstfeesten
In de maand Tisjri vinden de drie herfstfeesten plaats, Rosj Hasjana (Feest van de Bazuinen), Jom HaKippoeriem (Grote Verzoendag en Soekot (Loofhuttenfeest). Tussen het eerste en het tweede feest liggen tien dagen (zie Leviticus 23:24-27). Deze dagen zijn bedoeld om ons verder te bezinnen. Deze dagen worden daarom ook wel genoemd: de ontzagwekkende dagen (hajamiem hanora’iem, ook wel: asèret jemee tesjoeva, de tien dagen van terugkeer tot de Eeuwige). Leer de feesten te vieren en ervaar de zegen van de Eeuwige als nooit tevoren. Echte opwekking in Nederland wordt pas mogelijk, wanneer Joodse en niet-Joodse gelovigen zich brengen in de heilige aanwezigheid van de Almachtige, onder Zijn Messias en onder Zijn heilige geboden. Samen vormen we één kudde, met de Messias en Herder (zie de Joodse profeet Ezechiël 34:15-23), die één naam heeft: Yeshua, letterlijk: redding.
LeSjana tova tikatevoe,
Lion S. Erwteman, rosj kehilla van Beth Yeshua
Amsterdam