Kinderloos

De ontdekking dat ik nooit moeder zou worden, was een heel droevige ervaring. Ik kreeg te maken met gevoelens van pijn, schaamte en spanning, wat absoluut niet gemakkelijk was. Ik moest gevoelens overwinnen van jaloezie ten opzichte van moeders die zo gemakkelijk zwanger werden. Maar vooral ging ik gebukt onder de eenzaamheid van een vrouw die nooit dat speciale gevoel van ontroering en diepste geluk had beleefd van een kind te dragen. Voortdurend eraan herinnerd te worden dat ik nooit in staat zou zijn om een kind op de wereld te zetten, was ontzettend moeilijk te verdragen. Maar ik moest ermee leren omgaan en ik kan je vertellen dat het me heel veel gekost heeft om deze strijd te winnen. Maar door de liefde van G’d mijn Vader en met de belofte van de tekst uit Jesaja 54:1-8 is het me gelukt:
Zing vrolijk, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt!
Maak geschal met vrolijk gezang, en juich,
die geen barensnood gehad hebt!
Want de kinderen der eenzame zijn meer
dan de kinderen der getrouwde, zegt de HEERE.
Maak de plaats uwer tenten wijd,
en dat men de gordijnen uwer woningen uitbreide,
verhinder het niet; maak uw koorden lang,
en steek uw pinnen vast in.
Want gij zult uitbreken ter rechter- en ter linkerhand;
en uw zaad zal de heidenen erven,
en zij zullen de verwoeste steden doen bewonen.
Vrees niet, want gij zult niet beschaamd worden,
en word niet schaamrood, want gij zult niet te schande worden;
maar gij zult de schaamte uwer jonkheid vergeten,
en den smaad uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken.
Want uw Maker is uw Man,
HEERE der heirscharen is Zijn Naam;
en de Heilige Israëls is uw Verlosser;
Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden.
Want de HEERE heeft u geroepen,
als een verlaten vrouw en bedroefde van geest;
nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd,
hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God.
Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten;
maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen.
In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen;
maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen,
zegt de HEERE, uw Verlosser.
(Statenvertaling 1619)
Toen ik het artikel van Elze las over moederschap voor getrouwde en ongetrouwde vrouwen, realiseerde ik me dat ik in mijn pijnlijkste momenten een belofte ontving vanuit de bovenstaande tekst uit Jesaja 54.
Mijn echtgenoot en ik zijn één van vele kinderloze echtparen en voor ons allebei was het, elk op onze eigen manier, erg pijnlijk om mee om te gaan. Mijn man werd bitter en gaf G’d de schuld. Dus ik werd “weduwe” in mijn diepste gevoelens voor hem, vanwege zijn hartverscheurende gevoelens. Ik was al “weduwe” in mijn geloof in de G’d van Israël, want mijn man gelooft helemaal niet in Adonai. Maar ik zie op naar Adonai voor hulp en troost in ons verdriet. Ik heb geschreeuwd en verlangd naar Hem, want ik weet dat alleen Hij leven geeft en niet de doktoren die ons zo goed mogelijk geprobeerd hebben te helpen. Zijn antwoord kwam snel, want Hij riep mij heel duidelijk om zijn kind te zijn. En Hij heeft mij getroost met precies diezelfde woorden van Jesaja 54:1-8 die Elze Erwteman aanhaalde. Ik kon haast niet geloven dat het voor mij persoonlijk bedoeld was op dat speciale moment, maar het was te sterk om naast mij neer te leggen.
Hij was trouw aan zijn belofte en Hij zal zijn woord ook in de toekomst houden. Door de jaren heen heb ik zijn hand in mijn leven gezien op dit terrein. Er zijn altijd kinderen geweest in ons leven. Ze gingen met ons mee op onze verre, avontuurlijke reizen naar Scandinavië. Soms konden we kinderen helpen in moeilijke situaties zoals wanneer hun ouders gingen scheiden. We hebben altijd ons hart en huis opengesteld voor de kinderen van onze broers en zussen. We hadden geweldig veel plezier en vreugde met elkaar en als gelovige zonder mijn eigen man, kreeg ik een heleboel “kinderen” in de kerk. Door twee van hen die getrouwd zijn en zelf kinderen gekregen hebben, werd ik “oma”.
Maar voor de meeste van de beloofde “kinderen”, zoals beschreven in Jesaja 54:1-8, zie ik op naar de Eeuwige voor verdere vervulling, nu en in het komende Koninkrijk van G’d. Ik bid dat ik, als vrouw die niet in staat was om zelf kinderen te krijgen, een steun zal zijn voor veel eenzame en wanhopige mensen om kinderen van G’d te worden zodat zij – en ik hoop dat mijn man daar dan ook bij is – het Koninkrijk van G’d zullen beërven. Dat is mijn vurige wens, en zo zullen al mijn dromen en de belofte van onze Heer, aan mij geschonken in mijn pijn, uitkomen tot de glorie van zijn Naam, onze Maker en Man, de Eeuwige van de hemelse legers.