Mijn baby

Ze ligt hier in mijn armen. Ze is in slaap gevallen bij de borstvoeding. Nu ligt ze met haar mondje half open en haar neusje tegen mijn borst gedrukt lekker te dromen. Al een paar maanden is ze bij ons. Ze is zo lief, zo mooi, zo rustig en ontspannen. Het hele gezin geniet van haar. Met de grote zussen en broers maakt ze al lol en papa is een hele trotse papa. Zoals te verwachten was, zitten de baby en ik nog helemaal aan elkaar vast. Terwijl de navelstreng al was doorgeknipt.

Wat is dat toch, dat aan elkaar vast zitten? Mijn baby wil enkel maar heel dicht bij me zijn of tenminste toch zeer regelmatig opgepakt worden. Ze wil in de draagzak terwijl ik afwas, ze wil op schoot voor en na het spelen, slapen en voeden en vaak liefst nog onder het spelen, slapen en voeden. Ze koestert zich in mijn lichaamswarmte en uit onderzoeken weten we dat ze zelfs mama’s geur kan herkennen.

Ik denk dat dit alles draait om het leggen van een heel stevige basis. Een basis van liefde die onvoorwaardelijk is. Een hechting die wederzijds is. Haar ziel hecht zich aan de mijne en andersom. Om straks als ze groter wordt weer los te komen. Min of meer en met kleine, soms grote stapjes die vaak pijnlijk zijn. Een tijd om te hechten en een tijd om los te laten. En wanneer die basis stevig is, heel stevig, dan kan het kind veel hebben in het latere leven. Wanneer het kind van jongsaf leert dat zijn of haar behoeften gelden en zijn of haar persoon zeer belangrijk is, neemt het zelfvertrouwen toe elke keer dat je als ouder bevestiging geeft aan je kleintje.

Wie van ons beschadigd is in deze basisveiligheid, moet groeien op een muur met scheve stenen. Dat is niet makkelijk. Wie van ons uit scheefgroei in de opvoeding in staat is haar kinderen een gevoel van basisveiligheid mee te geven, is in mijn ogen een groot compliment waard. Op zoek naar herstel en in staat zijn een stop aan te brengen zodat je geen scheefgroei doorgeeft mag groots heten.

Maar dat kun je niet alleen. Dat kun je alleen samen met Adonai. Hij richt allen die gebukt gaan op.

Dat kindje, mijn baby. Ze mag er zijn. Ze wordt erkend in haar bijzondere persoonlijkheid. Ik vind haar geweldig. Ze wordt zonder meer geaccepteerd. Ze wordt bemind en ik maak een liedje voor haar terwijl we nog eens aan elkaar snuffelen. Bid voor elke baby op deze wereld.