Schaap en herder

Jullie hebben vast wel eens als het lente is, lammetjes in de wei gezien. Mooi gezicht hè, zoals ze dartelen, springen en met elkaar en achter elkaar aan huppelen. En drinken bij hun mama. Wat je minder vaak ziet is, dat de moederschapen en hun lammetjes wel eens naar binnen worden gestuurd. En daar hebben ze soms geen zin in. Maar ze moeten! Omdat het te koud voor hen is of omdat een dierenarts hen moet onderzoeken.

Het kan ook zijn, dat ze geschoren moeten worden. Wat de reden ook is, de boer is de baas. In gebieden als de Veluwe of Drenthe kun je nog schapen met een herder vinden. Ook dat is een mooi gezicht. Dan is de herder de baas over de schapen. Zonder de herder zouden de schapen verdwalen of ze zouden verdrinken in een sloot of een ander ongeluk krijgen. Ze zouden kunnen verhongeren of ziek worden; en er zou geen verzorging voor hen zijn.

Stel je nou eens voor dat een van de schapen van de herder weg loopt. Wat een risico zou dat schaap dan lopen! Denk erom, de herder zal alles zal doen om zijn schaap niet te verliezen. Vanwege de gevaren buiten en omdat hij zijn schaap zal missen. Als het nodig is, gaat hij er achter aan en laat hij de andere schapen achter. Hij weet dat zij toch niet zullen weglopen. Hij kent ze bij naam, zoals elk schaap een naam heeft.

Een goede herder heeft een relatie met elk schaap en elk lammetje in zijn kudde. Hij wil voor hen zorgen. En elk slim schaap wil die goede verzorging graag, al beseft het niet altijd wat voor gevaren er dreigen buiten de kudde. Maar toch zijn er soms schapen die weglopen en liever voor de vrijheid kiezen, dan voor de kudde waar ze zijn opgegroeid. Met alle risico’s die zich dan voordoen. Dat schaap wil niet luisteren naar de herder, ook niet als die zijn schaap heeft geroepen om toch terug te komen.

Yeshua spreekt hierover. Hij zegt: “Wie van jullie schaapherders zou, als hij honderd schapen heeft en er één van verliest, de negenennegentig niet achterlaten in de wildernis om het verdwaalde te zoeken, totdat hij het vindt?” (Lukas 15:4). En Hij zegt erbij dat Hij dat schaap op zijn schouders tilt en mee terugneemt naar de kudde. Weet je wat dát schaap dan gedaan heeft? Dat schaap heeft er echt voor gekozen om zich te laten optillen! Want geloof me, schapen die niet willen, laten zich niet optillen en mee terugnemen!

Yeshua vergelijkt in Zijn verhaal over het schaap dat wel terug wil komen met mensen. En dan bedoelt Hij mensen die voor hun vrijheid hadden gekozen, die dus zonder herder wilden leven. Maar zij laten zich terug dragen! Zij zijn gaan inzien dat zij verdwaald waren en nu kiezen zij er voor weer terug te komen. Wat Yeshua dus zegt is, dat er schapen zijn die hun fout inzien en dan terug willen, wanneer de herder hen roept (zie Lukas 15, vers 7). Er zijn dus ook schapen, lees: mensen, die er voor kiezen om niet terug te willen. Het enige dat de herder nog van hen ziet is een stinkende hoop uitwerpselen! De herder wil wel, maar het schaap wil niet!

Nu praten we over schapen, mensen dus, die er voor kiezen om blind te zijn voor hun eigen fouten. En voor die keuze moet een herder, lees: gemeenteleider, respect tonen. Anders zou het een rare boel worden. Als we nu zo iemand met rust laten, kan het zijn dat hij of zij later weer tot het goede inzicht en de juiste keuze komt. Maar als er andere mensen zijn die gaan troosten en gezellig blijven opzoeken, dan zal deze persoon (ons schaap) nooit leren inzien wat haar of zijn fouten zijn geweest. En dat kan heel ernstige gevolgen hebben voor dat schaap, lees: die persoon. En dat zou niemand toch op zijn geweten willen hebben. Dus nu maar leren om goede schapen te zijn; en te blijven!

Tekst van de maand: “Ik heb gedwaald als een verloren schaap. Zoek mij. Ik wil Uw dienaar zijn, want Uw geboden vergeet ik niet” (Psalm 119:176).