Krachten van de natuur en eeuwig licht

door Elze Erwteman
Midden in de Negev woestijn in Israël ligt de kleine stad Mitspe Ramon. Op een hoogte van 850 meter sta ik bij de rand van een 500 meter diepe klif en huiver. De krachten van de natuur hebben een krater uitgeslepen die 40 km. lang bij 10 km. breed is. Ik kijk door een telescoop om de maan te zien opkomen. Mijn man en ik genieten van de sterren, die schitteren in de kosmos. De Melkweg bewijst G’ds creativiteit en het overweldigende licht in het heelal toont haar afkomst van Het Licht. Het is een indrukwekkend gezicht. En zodra de maan opkomt baadt het landschap aan de rand van deze indrukwekkende ‘vijzel’ (machtésj in het Hebreeuws) in het licht. De sterren verbleken door het veel helderder licht van de maan. De maan is een klein beetje minder dan vol, maar geeft voldoende licht zodat alles zichtbaar wordt in onze omgeving.
Door de telescoop is het maanlandschap van kraters, vlakten en schaduwen te zien. Vooral op de lijn van licht en donker, waarde zon “ondergaat”, is het reliëf heel duidelijk. Zij die wat ouder zijn, herinneren zich de eerste mensen op de maan. Een indrukwekkende herinnering! In Mitspe Ramon wordt in het informatiecentrum de omgekomen Israëlische astronaut Ilan Ramon herdacht. Hij was verantwoordelijk voor het bombarderen van de nucleaire reactor in Irak indertijd. Ilan Ramon is omgekomen in 2003, samen met de hele bemanning van het ruimteschip Challenger. De oorzaak was een technische fout in de bevestiging van het hitteschild van het ruimteschip, waardoor alle 7 bemanningsleden, waaronder twee vrouwen, omkwamen bij hun terugkeer naar de aarde.
De maan neemt in de religieuze voorstellingen van veel volken een grotere plaats in dan de zon. De zon vertoont altijd hetzelfde gelaat, de maan heeft haar fasen, zij verdwijnt en keert terug, wordt “geboren” en “sterft”. Onze voorouders hadden geen klok of kalender. De volken schreven macht toe aan de hemellichamen in de kosmos, wat hun leven sterk beïnvloedde. Dat er invloed is op ons leven vanuit de kosmos kloot. Denk aan eb en vloed en aan bepaalde straling. Maar de goddelijke macht die mensen er aan toeschrijven is niet terecht. In dit oude tijden werd de maan in verband gebracht met water en regen, met vruchtbaarheid van mens en dier, met menstruatie, met plantengroei, met het leven na de dood en met inwijdingsrituelen. In al deze zaken werd hetzelfde ritme gevoeld, het leven van de maan, dat zichzelf steeds herhaalt en vernieuwt.
Er bestaat geen groter contrast dan tussen het Egyptische wereldrijk, geregeerd door de Ramessiden van de negentiende dynastie, waar de Hebreeërs als een onderworpen volk leefden, een klein Semitisch volk en het godsbeeld van dit kleine volk. Door zich uitsluitend onder de hoede van Elohiem te plaatsen braken de Hebreeërs, eenmaal uit de onderdrukking bevrijd, met het rijk van de Egyptenaren, dat op een veelheid van goden en op sociale ongelijkheid was gegrondvest. Pas na de breuk met alle gewoonten van het polytheïsme en de slavernij klinken de Tien Woorden op de berg Sinaï. Adonai maakt zich bekend als Redder en Bevrijder, want Hij heeft ons uit Egypte verlost. Hij maakt zich bekend als Verlosser en Hij geeft ons ook regels.
Voordat Israël het eerste gebod ontving op de berg Sinaï werd aan het Hebreeuwse volk een fundamenteel gebod gegeven, dat een nieuw tijdperk heeft ingeluid. Het is te vinden in Exodus 12:2, “Deze maand is voor jullie het hoofd van de maanden, de eerste voor jullie van de maanden van het jaar.” De Hebreeërs krijgen een nieuwe tijdrekening, die niet langer alleen maar door de zon, maar ook door de maan wordt bepaald. De tijd wordt berekend aan de hand van de wassende en afnemende maan, en niet, zoals in Egypte, van het rijzen en dalen van de Nijl. Hierna, kan – volgens de Hebreeuwse traditie – de oprichting van Israël, dat uit de slavernij is bevrijd, door de volledige aanvaarding van de Tora definitief worden voltooid.
Het is de Joodse geleerden nooit ontgaan hoe verreikend de revolutie van de band van de mens met de tijd was. Ze zien daarin het werkelijke begin van de openbaring van de Eeuwige aan de mensen. Genesis en de eerste elf hoofdstukken van Exodus vormen de inleiding tot de geschiedenis van de stichting van een natie onder de heerschappij van de Tora en Adonai. We vinden veel teksten in de Bijbel over de zon en de maan.
In de zegen van Jacob die hij geeft aan zijn zonen en in dat geval aan Jozef (Deuteronomium 33:14), staat de tekst, dat Jozef zal genieten van de producten van de aarde die zullen worden voortgebracht met de hulp van de zon en de maan. In Psalm 81:3a,4-6a staat, “Zing vrolijk voor de Eeuwige, onze Sterkte. Juich de G’d van Jacob toe. Blaas de bazuin met nieuwe maan, op het vastgestelde tijdstip, op onze feestdag. Want dat is een inzetting in Israël, een recht van de G’d van Jakob. Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, toen Hij was opgetrokken tegen Egypte.” In Beth Yeshua hebben we het voorrecht nu al ruim 20 jaar, het begin van de nieuwe maand te gedenken, door onder meer te luisteren naar de klanken van een sjofar.
Hierdoor oefenen we in het luisteren naar het geluid van de sjofar, die zal klinken wanneer de Messias zal terugkeren, zoals we lezen in 1 Tessalonicenzen 4:16a, “Want de Eeuwige zelf zal met geroep, met de stem van aartsengelen en met de bazuin van de Eeuwige neerdalen vanuit de hemel.” Yeshua Messias zal terugkomen en dan zal er vrede zijn. Een vrede die ons verstand te boven gaat.