In de Schuilplaats van de Allerhoogste

Opnieuw richt de vijand de pijlen op het volk van de Eeuwige. Iran heeft voet aan de grond in Syrië, dicht tegen de grens van het land Israël. Weer kruipen jihadisten door zelf gegraven tunnels onder de grens door richting Israël. Steeds weer gaan laffe “strijders” voor hun G’d door de straten van Jerusalem, om onschuldigen neer te steken.

Of grijpt een “held”, voor een plaats in zijn hemel, het ultieme moment van “moed” door een huis binnen te dringen en daar zoveel mogelijk mensen en kinderen te vermoorden. Hoe is het mogelijk dat het Joodse volk, door de eeuwen heen, de Schuilplaats van de Allerhoogste, zo centraal in het vizier weet te houden.

Onze rabbijn Lion Erwteman koos dit thema als titel voor de Shofar HaMachiach op 10 december 2017. Hij schreef; “niet alleen in tijden van oorlog en onderduiken, maar ook in periode van vrede en vreugde. Wie vanuit Zijn Schuilplaats leeft, kiest en reageert, zal altijd Zijn bescherming ervaren. Je levensreis met de Eeuwige ontdekken, in Zijn armen gedragen worden, dat is kostbaar en bijzonder”.

Steeds zijn er slachtoffers en zijn er doden te betreuren. Wat blijft in de volksziel van dit volk, is het kennen van de Schuilplaats van de Allerhoogste. David is vele malen in doodsgevaar geweest, dan riep hij de Allerhoogste aan in grote nood. Lees je de Psalmen van zijn hand, dan zie je hoe hij in bewondering voor zijn Redder, zijn ervaringen met ons deelt.

Hij ervoer daad werkelijk de omhulling van de Eeuwige en zong vol overgave zijn lied. “Wie in de Schuilplaats van de Allerhoogste woont en overnacht, in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen Adonai, mijn toevlucht, mijn vesting, mijn G’d. Op U vertrouw ik”, Psalm 91.

Wat een getuigenis van deze koning en held. Geen wonder dat de Joodse ziel deze erfenis in zich draagt. David was het levende bewijs van de zorg en de bescherming van de G’d die er is, voor een ieder die op Hem vertrouwd en Hem wil dienen. De Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, leeft en omhult Zijn volk.

Nooit zal Hij Zijn volk verlaten of vergeten. David juicht steeds weer over de trouw van Zijn Verlosser. “Adonai mijn G’d, bij U schuil ik, of; G’d is voor ons een veilige Schuilplaats”. Welk volk heeft zo een groot dichter in de genen. Een man uit de praktijk van het leven.

Wie anders dan hij heeft, naast Yeshua, de uitredding van de Eeuwige, zo aan de lijve ervaren als David. Daarom schrijft Ezechiël, in hoofdstuk 34, over David met een sprankelend woordspel, over zijn samenwerking met de Eeuwige, ook in de toekomst. David ervoer niet alleen de Schuilplaats, waar hemel een aarde samenkomen tot één.

Hij wist ook hoe hij schuilen moest, in overgave en vertrouwen. Wat een erfenis van deze Joodse koning, voor zijn volk. Hij durfde zijn hart en ziel met ons te delen. Daardoor werd hij kwetsbaar. Zo kunnen wij in zijn voetsporen leren schuilen bij de Eeuwige. In alle tijden, zo veilig en vertrouwd, is de Allerhoogste, onze Schuilplaats. Emet.

Cisca Mudde