Kinderen

Geboren worden en niet mogen leven.

Kostbaar geweven in de moederschoot.
Vaak naar uit gezien, soms ook verwenst.
Geen ruimte! voor hun leven, in deze wereld.
Soms nog ongeboren, ruw verstoord..vermoord.
Geen ruimte in het leven van haar, die jou ontving.

Geboren worden en moeten leven….
In onherbergzame oorden…of om te moeten moorden.
In een wereld waar te vaak geen plek is voor onschuldig leven.
Oorlog, ziekte en honger is hun lot.

Geboren worden en weggedaan, door haar die jou ontving.
Omdat er niet te eten is voor twee of meer.
Neergelegd tussen de verworpenen, die ook niet mogen zijn.
Leven doe je, maar hoe!

Kinderen waar geen plek voor is, op deze aarde.
Maar ze zijn er en ook nog veel teveel.
Je ziet ze struinen op de afvalbergen van onze weelde.
Vervuild en hongerig komen ze onze wereld binnen.
Gevangen door de lenzen van onze nieuwsgierigheid.

Soldaten geronseld, nog kinderen, moorden als levenswijze.
Door mannen vol haat aangestuurd, om anderen te vermoorden.
O! G’d wat een lot voor deze kinderen.
Tranen wellen in mijn wezen omhoog voor hen…
die eigenlijk niet mogen leven, terwijl het hun wel is gegeven.

Soms zozeer beduimeld door hen, die niet willen weten, wie U bent.
Misbruikt! zij hebben zich aan hen vergrepen.

De beelden gaan wennen, in ons verwende bestaan.
Onze gewenste kinderen worden te vaak verknipt
Door overdaad, zonder grens en zonder diepte.
Hun zo kansvolle levens, worden leeg… door teveel.

Een kostbaar geschenk is een kind, aan ons gegeven.
Toevertrouwd aan kwetsbare ouders, om van te houden.
Hen terug te geven, door te leven…Zijn levenswijze, aan Hem!
Zijn Liefde gelegd in Zijn Woord, om echt te kunnen leven.

Het is niet gewoon, om een ouder te mogen zijn..
Kinderen zo kostbaar door Hem gegeven.
Geweven in de moederschoot, om in liefde te mogen zijn.
Adonai,U, gever van leven, kom naar de kinderen,
Red deze kinderen uit de handen van hen, die U niet willen kennen.