Trouw wordt beloond

Trouw wordt beloond met trouw 

Door Sonja Haisma

Op het Wekenfeest (Pinksteren) lezen we in de synagoge het bijbelboek Ruth. Deze jonge Moabitische vrouw trouwt met Machlon, een Joodse man die daar met zijn familie naar toe verhuisde vanwege een hongersnood. Het is de periode van de Richters, 13e eeuw voor de gangbare jaartelling, niet lang na de intocht in het beloofde land. Ruth raakt onder de indruk van het joodse geloof van haar schoonfamilie en besluit om de G’d van Israël te gaan dienen en om volgens Zijn Tora te gaan leven. Haar huwelijk met Machlon duurt helaas niet erg lang, hij overlijdt, kinderloos. Ook haar schoonvader en zwager overlijden. Die tien jaren in Moab brachten meer tegenslagen dan geluk en haar verbitterde schoonmoeder No’omi wil dan ook terug naar haar geboortestad Bethlehem. Ruth spreekt dan de legendarische woorden: ‘uw volk is mijn volk en uw G’d is mijn G’d, en zij gaat met No’omi mee. Het is in de omertijd, tijd van de gersteoogst.

 

In Bethlehem ontmoet Ruth de rechtschapen en gerespecteerde Boaz, een ouder familielid van Machlon. Hij zegt: ‘Moge de Eeuwige, de G’d van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht, je rijkelijk belonen voor je trouw’ (Ruth 2:12). Boaz komt in aanmerking voor het zwagerhuwelijk, als losser (go’el), om voor de overleden Machlon nageslacht te verwekken. Hoewel Boaz een stuk ouder is dan zij, neemt zij de kordate beslissing, op aanraden van No’omi, om hem een huwelijksaanzoek te doen. Dit doet zij wanneer ze samen op de dorsvloer zijn, door hem te vragen zijn vleugel [van zijn kleed] over haar uit te spreiden (Ruth 3:9). Daarmee vraagt zij in feite of hij met haar wil trouwen. Bij een joodse huwelijksvoltrekking staan bruid en bruidegom namelijk samen onder de choepa (baldakijn als symbool voor het bruidsvertrek) en samen onder zijn talliet, zijn gebedskleed. De hoeken van een gebedskleed worden ‘vleugel’ genoemd (kanaf), als symbool voor de vleugels van G’d. Door samen onder één talliet te staan geeft men aan dat men een verbond aangaat om één te zijn en daarin nadrukkelijk wil verblijven onder de vleugels van G’d, en de gedenkkwasten (tsitsit) aan de vier hoeken verwijzen naar de Tora, die ze hiermee dan ook volledig op zich nemen (Numeri 15:38-41). Door Ruth’s verzoek om zijn vleugel over haar uit te spreiden, vraagt zij om deze huwelijksceremonie.

 

Boaz waardeert in haar dat ze niet de jonge mannen naloopt, maar de Tora volgt, waarin het zwagerhuwelijk beschreven staat (Deuteronomium 25:5-10). Hij prijst haar om haar trouw aan haar overleden man, wiens naam en erfdeel zo kunnen voortbestaan, trouw aan No’omi, die weer levensvreugde krijgt door Ruth en trouw aan G’d. ‘Mijn dochter’, zegt Boaz, ‘het is bekend dat jij een èshet chàjil, een krachtige vrouw, bent’. Hij trouwt met haar en zij wordt zwanger en krijgt een zoon, die later de grootvader zal zijn van koning David, de voorvader van Messias Yeshua.

G’d heeft de trouw van deze niet-Joodse vrouw beloond met trouw, door haar op te nemen in het Joodse volk. Hij heeft Ruth zelfs in de stamboom van Zijn zoon Yeshua opgenomen, wat een enorme eer! En tot in lengte van dagen wordt haar naam geroemd en inspireert zij velen.

Zo kent G’d ieders hart en ziet ieders rouw, moeite, onzekerheid en verlangen. Hij biedt Zijn vleugels aan om onder te schuilen, voor troost, veiligheid, hoop en blijdschap.

 

Ook ik heb kinderloos mijn echtgenoot verloren, na tien jaar huwelijk, weliswaar niet aan de dood, maar aan een andere vrouw. Trouw wordt in deze huidige wereld niet altijd beloond met trouw… maar het leven gaat verder en G’d kan onverwachte wendingen geven.

Ik raakte onder de indruk van de joodse uitleg van het heilsplan, dat G’d bekend maakt via Joodse profeten, het onderwijs van Yeshua en Zijn apostelen en leraren. Enthousiast werd ik daarover en een aantal jaren geleden ben ik zelf, evenals Ruth, in de omertijd naar Israël gegaan. Welbewust heb ik toen op de tempelberg, op de dorsvloer die Ruth’s achterkleinzoon David kocht van Arauna (2 Samuel 24:18-25), voor de G’d van Israël verklaard, dat ik Hem graag wil dienen, volgens de Tora wil leven zoals ook Yeshua die onderwees en me graag zou willen aansluiten bij Zijn volk Israël. Later ben ik op dag 49 van de omertelling lid geworden van de Joodse Messias belijdende gemeente Beth Yeshua. Met de wekelijkse sjabbat, heilige samenkomsten en jaarlijkse feesten hebben we nu al regelmatig een voorproefje van hoe G’ds heilsplan straks zal uitwerken, bij reidans zingend ‘Jubel en verheug je, dochter van Zion want zie, Ik kom in je midden wonen‘ (Zacharia 2:10). En met een levensverhaal zoals van èshet chàjil Ruth, weet ik me bemoedigd en aangespoord om trouw te blijven aan G’d en Tora. Ik ervaar het als vreugde om steeds weer pareltjes te ontdekken in G’ds Woord, liefdevolle knipoogjes van de Vader, onder wiens vleugels ik mag verblijven.