Vrouw die haar kansen benut

door Elze Erwteman

In het verhaal van de Sunamitische verschijnt er een welgestelde vrouw in het leven van de profeet Elisa in een tijd van grote armoede. In 2 Kon.4:8-37 lezen we het verhaal van een vrouw die in Sunem woont. Haar naam wordt niet één keer genoemd en wanneer dit gebeurt kunnen we aannemen, dat dit voor dit verhaal niet belangrijk is. De locatie van de vrouw is hier het meest belangrijk. Dit verhaal is een merkwaardig verhaal omdat het zich afspeelt in de tijd waarin vrouwen en ook vaak arme mannen niet veel te zeggen hadden. Deze vrouw gedraagt zich onafhankelijk en vrij. Dit is het merkwaardige van dit verhaal met een boodschap. In die tijd reisden de profeten door het land zoals in dit verhaal  de profeet Elisa. Hij reisde regelmatig door Sunem en werd dan uitgenodigd door de vrouw en haar man. Op een zekere dag stelde de vrouw aan haar man voor om een kamer op het dak te metselen zodat de profeet wanneer hij door Sunem reisde bij hen zou kunnen overnachten. Dat gebeurde dan ook en de Elisa reisde dan samen met zijn knecht Gehazi.

Op een zekere keer droeg Elisa zijn knecht op om aan de vrouw te vragen wat hij voor haar kon doen. De profeet sprak niet rechtstreeks tot de vrouw maar via zijn knecht. De vrouw antwoordde: Ik woon te midden van mijn volk. Dat is ongewoon, want normaal gesproken woont een vrouw na haar huwelijk bij de familie van haar man en binnen zijn stam. Deze vrouw nu woont bij haar eigen volk. De profeet vroeg aan zijn knecht of er dan toch iets was wat zij konden doen voor de vrouw en de knecht antwoordde dat de vrouw geen zoon had. We weten uit dit verhaal dat er tegen haar wordt gezegd dat zij het volgende jaar een zoon zal krijgen. De vrouw reageert terughoudend op deze profetie van Elisa, maar het volgende jaar krijgt zij inderdaad een zoon.

Later als de jongen groot is krijgt hij plotseling hoofdpijn en sterft. De vrouw haast zich onmiddellijk naar Elisa. Zij zegt niets tegen haar man en spoed zich naar de profeet, op de berg Carmel. (2 Kon.4:25). Wanneer zij aankomt bij Elisa vraagt de knecht Gehazi hoe het met haar gaat en zij antwoordt dat alles goed is. Wanneer ze echter bij Elisa komt knielt ze neer aan zijn voeten. De knecht wil haar verwijderen, maar Elisa zegt tot de knecht haar te laten begaan omdat zij zo bedroefd is. G’d had het sterven van de jongen niet geopenbaard aan Elisa. De vrouw zegt verwijtend dat zij Elisa geen zoon heeft gevraagd en ook dat zij niet misleid wilde worden. Elisa draagt Gehazi op om naar de dode jongen te gaan en zijn staf op het kind te leggen, maar de vrouw wil hiervan niet weten: zij wil dat de profeet zelf gaat en Elisa staat op en volgt haar. (vers 30)

De vrouw handelt volkomen doortastend en laat zich niet afleiden. Zij wil dat de profeet haar volgt en hij doet het. Gehazi had zijn staf op het gezicht van de dode jongen gelegd, maar het kind ontwaakte niet uit de dood. Het was Elisa die hem uit de dood kon wekken en de vrouw geloofde dat en wilde daarom dat Elisa met haar mee ging. Elisa wekte de jongen uit de dood. De vrouw komt dan binnen en buigt zich neer voor de Elisa en toont hem respect. Later zien we deze vrouw opnieuw in het leven van de profeet wanneer hij haar aanraadt het land te verlaten omdat er hongersnood komt. Zij verlaat haar land en na zeven jaren keert zij terug. Haar land is bewerkt door andere mensen. Zij gaat naar de Koning en vraagt haar land terug. De Koning weet op dat moment dat zij de vrouw is wiens kind is opgewekt uit de dood en dat zij de profeet Elisa gastvrijheid heeft gegeven. De Koning geeft haar bezit terug en zelfs de opbrengst van de jaren dat zij niet aanwezig was geeft hij haar terug, iets dat ongewoon is. 2 Kon.8:6

De vrouw uit Sunem handelt opvallend vrij voor de tijd waarin zij leeft. Zij laat weten niet  om een kind te hebben gevraagd. Het kwam niet in haar op een kind te vragen aan Elisa. Zij vertelde haar man niet dat zij naar Elisa ging toen haar zoon was gestorven. Zij had bezit en woonde te midden van haar familie.

Volgens Tikva Frymer (zie boek onder) kan dit betekenen, dat zij als dochter het bezit had geërfd van haar vader en hierdoor was blijven wonen te midden van haar volk. Numeri 27:7

Haar bezit van het land geeft haar onafhankelijkheid van haar man en zijn toestemming hoeft zij niet te vragen. De Sunamitische zou een voorbeeld kunnen zijn voor vrouwen wanneer de banden van economische macht van mannen over vrouwen niet meer aanwezig zijn. Dit is waarom zij genoemd wordt bij haar lokale identiteit. Haar woonplaats blijft haar identiteit terwijl de meeste vrouwen dit niet doen. Het is haar dorp, het dorp van het huishouden van haar vader waar zij nu woont als een volwassen vrouw en het land is haar bezit. Het beperken van rechten van eigendom voor vrouwen is de economische splitpen van de patriarchale structuur; het maakte vrouwen afhankelijk van eerst hun vaders, dan van hun echtgenoten, en, uiteindelijk van hun zonen. Zelfs de zorg voor weduwen en wezen was een van de ontwikkelingen van het mannen monopoly: wanneer vrouwen land konden erven, dan zou het niet nodig zijn dat zij wanneer zij weduwen of wezen werden humanitaire hulp nodig zouden hebben. De karakteristieke doortastendheid en doelgerichtheid van de Sunamitische kan een les zijn over vrijheid door het hebben van bezit. Het is ook een venster dat ons laat zien dat sommige vrouwen in de geschiedenis met veel succes onderhandelden met profeten en koningen (de mannelijke machtsstructuur) zonder dat de maatschappij zodanig was ingesteld.

Ik hoop dat dit nieuwe Bijbelse jaar 5774 ons helpt om te zien wat de Eeuwige voor ons heeft gedaan in deze tijd waarin we leven. Hoeveel meer mogelijkheden hebben we als vrouwen in vooral de westerse landen van de wereld. We kunnen vrouwen in andere delen van de wereld helpen die minder vrijheid hebben en mogelijkheden. Ook dit is een manier om de wereld te helpen verbeteren: Tikoen Olam.

Literatuur: “Reading the women of the Bible” by Tikva Frymer-Kensky blz. 73