Mijn leven

Mijn leven
door Martha Voet

Graag stel ik mij eerst aan u voor. Mijn naam is Martha Voet. Ik ben 56 jaar oud en alleenstaand. Als kind ben ik opgegroeid in een kerkelijk protestants gezin. Zo’n 38 jaar geleden ben ik echter, tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige, tot een persoonlijke geloofsovertuiging gekomen. Sindsdien weet ik dat Yeshua voor mijn zonden gestorven is en dat door Zijn dood de straf is betaald, die ik had verdiend.

Ongeveer pas 5 jaar geleden ben ik mij door G’ds Geest steeds meer bewust gaan worden van wat beschreven staat in Romeinen 11. Dat ik als wilde loot geënt ben op de edele olijfboom en aan de saprijke wortel van de edele olijfboom deel heb gekregen. Deze bewustwording is steeds sterker geworden sinds ik de Messiasbelijdende Joodse Gemeente Beth Yeshua in Amsterdam bezoek. In mijn dagelijkse leven was ik sinds 1970 verpleegkundige. Ik heb zo’n 28 jaar op de Spoedeisende Hulp afdeling van het VUmc (Academisch ziekenhuis van de Vrije Universiteit) in Amsterdam gewerkt.

De laatste jaren raakte ik wat uit de directe patiëntenzorg en kon ik mij meer bezig houden met de Werkgroep Kindermishandeling. Inmiddels ben ik overgestapt naar een andere functie en ben nu ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad van het VUmc. Na mijn opleiding tot verpleegkundige heb ik gewerkt in een ziekenhuis in Amsterdam en ben vervolgens als verpleegkundige naar Afrika gegaan, naar Zuid-Soedan.

Het is, tot nu toe, een van de meest indrukwekkende periodes van mijn leven geworden. De bevolking leefde in uiterst primitieve omstandigheden. Door te werken in een kliniek met maar weinig medische middelen heb ik gedaan wat ik kon. Ik ben onder de indruk gekomen van een bevolkingsgroep, die zijn uiterste best deed om te overleven onder zeer moeilijke omstandigheden.

Terugkijkend heb ik, denk ik, meer geleerd van hen, dan zij van mij. Het heeft mijn perspectief op het leven voorgoed veranderd en heeft me bewust gemaakt van mijn totale afhankelijkheid en de betrekkelijkheid van dingen. Eveneens heb ik verschillende reizen mogen maken naar vervolgde gelovigen achter het toenmalige IJzeren en Bamboe gordijn. Met sommigen heb ik langere tijd mogen doorbrengen in vluchtelingenkampen van Cambodja.

Al deze indrukken samen hebben mij toch meer bewogenheid gegeven voor diegenen die lijden, maar ook een gevoel van onrecht over het lijden in deze wereld. Er is een diep verlangen ontstaan naar wat de Tora voor mijn persoonlijk leven kan betekenen. Tegelijk ben ik er mij van bewust dat als we zouden leven volgens de wetten van de Tora, de wereld meer gelijkheid en gerechtigheid zou kennen. Ik bid dat de uitwerking hiervan steeds meer in mijn leven zichtbaar mag worden en dat ik dat met u mag delen in de artikelen en gedichten die ik mag schrijven.